23 juni 2016

Ode aan onze lieve en fantastische huisgenoot…

elegance_side_on_stairs_lr.jpg  Ik weet het nog zo goed. In 2004 kwam je bij ons. We hadden lang op je gewacht en eindelijk, daar was je, groot en stoer en onverwoestbaar. Al gauw veroverde je een vaste plek in ons huis. En in ons leven. Je vervulde onze harten met vreugde en aangename spanning. Wat een opwinding toen je voor de eerste keer op en neer ging in ons huis, je dééd het, je ‘nam de trap’ alsof het niks was. Met je zachte, warme gezoem schreed je rustig en bedaard van beneden naar boven, van boven naar beneden. En als het moest nóg 10 keer en vice versa. Onvermoeibaar. Nooit een onvertogen woord, nooit een hapering, nooit een staking. Je deed trouw wat je moest doen. Wat een toewijding! Ik vond je vanaf het allereerste ogenblik fantastisch. En waar ik meteen zo dol op was: elke keer, vlak voordat je bij heteindstationnetje arriveerde, bromde je steevast eventjes luid en duidelijk door de wandelgangen, met je mooie donkere bas en met dat krakerige gepruttel op het eind: “Afstappen, we zijn er! ”.

Rots in de branding 

Jij liet je nooit gek maken of opjagen. Je tempo bleef onveranderd, wat was je stabiel in je moves. Strak en gefocust ging je je weg. Al gauw bleek dat we echt op jou konden bouwen; je was een ware rots in de branding en gaf ons een gerust gevoel, gewoon omdat je er was, en omdat je was wie je was.

Stairway to heaven

Niet iedereen was even dol op je; sommige mensen vonden je zelfs een beetje eng. Die durfden niet eens contact met je te maken. Of die vonden het gek of verwarrend dat iemand als jij een vaste plek in ons huis had gekregen. Ze vermeden je aan te kijken. Ik begreep het wel, je bent ook niet niks! Anderen wilden wel eventjes kennis met je maken maar waren er bij nader inzien toch niet zo dol op om met jou naar hogere sferen op te stijgen, vanwaar je juist een prachtig uitzicht had naar beneden en je je eventjes heerlijk ’hoog verheven’ boven de rest kon wanen, even weg van het aardse bestaan daar beneden. Stairway to heaven! Terwijl wij zelf zo konden genieten van die korte momentjes up-high, zaten zij peentjes te zweten van angst en bezwoeren zij hartgrondig ”Nooit weer!”. Hoe bizar.

Avontuur

Ikzelf vond het steeds een spannend avontuur, zo samen met jou. Hoe  intiem was dat, zo’n ritje met zijn tweetjes, zo lekker tegen elkaar aan, jij mij dragend en ik leunend op jou op mijn weg naar boven. Ik hoefde even helemaal niets te doen zelf. Heerlijk! Je was dan wel niet van mij, en ik had je niet echt nódig, maar ik vond die ritjes met jou stiekem altijd wel heel fijn en gezellig. Jij was gewoon mijn hartendief, al bij onze allereerste ontmoeting.

Geschenk uit de hemel 

Jouw ‘baas’, de man des huizes, en de aanleiding voor jouw komst, ervaart jouw aanwezigheid nog steeds, elke dag, als een hele grote zegen, hij vertrouwt volledig op jou. Ik zou er zowat jaloers van worden! Voor hem ben je een geschenk uit de hemel; trouw sta je steeds op hem te wachten, en je verzuimt je taken nooit. Geen gesputter, geen gedoe. Jij haalt elke keer het beste in hem ‘naar boven’ maar zet hem ook steeds weer met beide voeten op de grond. Inderdaad, ik zou d’r een voorbeeld aan kunnen nemen.

Reddingsboei

Ik herinner me nog  goed die dag waarop wij jou van een heel andere en nieuwe kant leerden kennen. De baas was gevallen in het halletje, zo vlak voor jouw neus. Het was pijnlijk, in meer dan één opzicht, dat valt niet te ontkennen, maar het was tegelijkertijd behoorlijk hilarisch, want hij viel precies met zijn hoofd op een kussen, dat heel toevallig die middag daar was neergelegd (’t moest terug naar zolder). Over timemanagement gesproken! Als er iemand dan tóch moest vallen, dan graag dáár en op dat moment! Ik ben er maar even naast gaan liggen, op dat kussen. Tjonge, wat hebben we liggen lachen, maar wat nu? Hoe konden we manlief omhoog krijgen, want opstaan kon hij niet door zijn slechte spieren. En hoe krijg ik als vrouw alleen een volwassen vent op zijn sokken? Toen, op dat moment, ontpopte jij je tot onze sterke en stoere reddende engel! Terwijl manlief zich aan jou vastklampte, bleek jij een ware reddingsboei! Ik mocht ik op je knoppen duwen, jij reageerde direct en nam jouw baasje liefdevolmee omhoog, hoger en hoger, rustig en bedaard, net zo lang, totdat hij weer veilig op beide voeten stond. Wat een staaltje teamwork! En wat was dat een stoere actie van jou. Zonder jou hadden we het niet gered. Je hebt me ontroerd met je kracht en steun.

Sterk team 

Al gauw ontdekten wij dat jij het dagelijks leven van de pater familias op nog veel meer manieren veraangenaamde. Is hij bijvoorbeeld alleen thuis en lukt het hem niet om zelf vanuit zijn rolstoel omhoog te komen, dan ben jij daar: jij trekt hem met zachte hand omhoog, zoals een echte vriend dat doet. Jullie samenwerking getuigt van sublieme creativiteit en is onnavolgbaar en jouw kracht is voor mij niet te evenaren. Maar samen staan we sterk en vormen we een kneiter goed team. Ik dank je daarvoor.

Lieve buddy, stoere, sterke vriend, bondgenoot en kameraad, trouwe redder in de nood, wat zijn wij blij dat je er bent. En dat je bent wie je bent… Je bent gewoon een kanjer. En dat ben je! En dat mag best wel eens gezegd worden.

John, Marjet en Joy.


Terug naar boven